Vrouwen die streden voor gelijke rechten en kansen voor vrouwen rond 1900 worden vaak aangeduid als “eerste feministen” of “suffragettes”. Suffragettes waren vrouwen die actief streden voor het vrouwenkiesrecht. Andere termen die werden gebruikt om deze vrouwen te beschrijven zijn “vrouwenrechtenactivisten” en “voorvechters van vrouwenrechten”. Bekende namen uit deze tijd zijn bijvoorbeeld Susan B. Anthony, Elizabeth Cady Stanton en Emmeline Pankhurst.
De eerste feministische golf
De eerste feministische golf was een beweging die plaatsvond in de late 19e en vroege 20e eeuw. Vrouwen eisten gelijke rechten en kansen op politiek, economisch en sociaal gebied. In veel landen was er op dat moment nog steeds sprake van een diepgewortelde ongelijkheid tussen mannen en vrouwen. Vrouwen hadden geen stemrecht, geen toegang tot hoger onderwijs en geen recht op eigendom van hun eigen lichaam en bezittingen.
De beweging begon in de Verenigde Staten en verspreidde zich al snel naar Europa en andere delen van de wereld. Vrouwen kwamen samen in organisaties, zoals de National American Woman Suffrage Association en de Women’s Social and Political Union, om hun eisen kracht bij te zetten. Ze organiseerden protesten, stakingen en marsen om aandacht te vragen voor hun zaak.
Een belangrijk moment in de beweging was de Seneca Falls Convention in 1848, waar vrouwen voor het eerst openlijk spraken over hun ongelijkheid en hun eis voor gelijke rechten. Dit leidde uiteindelijk tot het vrouwenkiesrecht in de Verenigde Staten en vele andere landen.
De eerste feministische golf had ook een grote impact op de manier waarop vrouwen werden gezien en behandeld in de samenleving. Vrouwen begonnen zich te organiseren en voor zichzelf op te komen, wat leidde tot een verandering in de sociale normen en waarden. De beweging heeft de weg geëffend voor toekomstige feministische bewegingen en heeft bijgedragen aan een betere positie voor vrouwen in de samenleving.
Eerste Nederlandse feministische golf
De eerste feministische golf in Nederland vond plaats in de late 19e en vroege 20e eeuw. Vrouwen eisten gelijke rechten en kansen op politiek, economisch en sociaal gebied. Nederland was op dat moment een sterk patriarchale samenleving waar vrouwen ondergeschikt waren aan mannen.
In Nederland waren er verschillende organisaties die de belangen van vrouwen behartigden, zoals de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht, opgericht in 1894, en de Nederlandsche Bond voor Vrouwenkiesrecht, opgericht in 1907. Deze organisaties voerden campagne voor het vrouwenkiesrecht en voor betere rechten op het gebied van onderwijs, arbeid en gezondheid.
Een belangrijk moment in de Nederlandse feministische geschiedenis was de oprichting van de Nationale Tentoonstelling van Vrouwenarbeid in 1898. Hiermee wilden de organisatoren de economische bijdrage van vrouwen aan de samenleving tonen en hun eis voor gelijke rechten onderstrepen.
Een ander belangrijk thema was de strijd voor betere arbeidsomstandigheden voor vrouwen, die vaak onderbetaald werden en werden uitgebuit door hun werkgevers. Vrouwenorganisaties pleitten voor gelijke beloning voor gelijk werk en betere arbeidsomstandigheden voor vrouwen.
De eerste feministische golf in Nederland heeft uiteindelijk geleid tot het vrouwenkiesrecht in 1919 en een aantal andere verbeteringen voor vrouwen op politiek, economisch en sociaal gebied. Het legde de basis voor verdere feministische bewegingen in Nederland en heeft bijgedragen aan de emancipatie van vrouwen in de Nederlandse samenleving.